Heide

Geschiedenis
 

De heiden ontstonden aan het eind van de middeleeuwen. De afgelegen gebieden werden overdag begraasd door die 's nachts in de stal bleven, waarvan de bodem jaarlijks met verse heiplaggen bedekt werd, zogenaamd potspallen.De stalmest werd ieder jaar naar de akkers gebracht, die daardoor geleidelijk werden opgehoogd. Deze vorm van landbouw met de karakteristieke esdorpen en herdgangen bleef tot het einde van de 19e eeuw bestaan. In 1898 was nog ruim twintig procent van de oppervlakte van Nederland 'woeste grond  en die bestond hoofdzakelijk uit heiden.

De uitvinding van de  kunstmest verminderde de behoefte aan schapenmest en maakte het mogelijk de heiden tot landbouwgrond te ontginnen. Daarnaast werden veel heiden in bosomgezet. Speciaal met dit doel werd staatbosbeheer opgericht. Ongeveer tegelijkertijd ontstond de belangstelling voor de heide bij natuurbeschermers. Als gevolg hiervan zag Staatsbosbeheer af van de bebossing van waardevolle heiden en kocht Natuurmonumenten grote heiden, waaronder de kampinaen de brunsummerheide. Aan het eind van de 20e eeuw bestond nog minder dan één procent van Nederland uit hei. Behalve de militaire oefentreinen  zijn vrijwel alle overgebleven heiden thans eigendom van Staatsbosbeheer, de Vereniging Natuurmonumenten en de provinciale landschappen